DAGBOEK VAN SAMUËL MULLER (fragment)






INLEIDING

In het Gemeentearchief Schouwen-Duiveland te Zierikzee stuitte ik op een interessant document met de titel Dagboek van een geëvacueerde Bruënaar in de Tweede Wereldoorlog van 4 september 1944 tot 18 juni 1945. Het blijkt geschreven te zijn door Samuël Muller. Een klein deel nam ik over. Samuël Muller was mosselschippersknecht uit Bruinisse. Ik heb zijn handschrift getrouw proberen weer te geven in de spelling die Muller hanteert.

Waar werd ik door getroffen? Samuël Muller was aanwezig in de kerkdienst waar ds. Voorneveld werd weggeroepen.

Ik heb die passage voorgelezen aan Jan den Boer die als ouderling ds. Voorneveld verving. Zijn commentaar was: Het klopt helemaal.

Maar er is nog meer. Samuël was die morgen na de dienst uitgenodigd in het domineesgezin op de koffie. Je zou zeggen: ds. Voorneveld had wel wat anders aan z'n hoofd. Maar nee, de uitnodiging bleef staan: er werd koffie gedronken, het middagmaal gebruikt, na de tweede dienst thee gedronken voor men weer terugkeerde naar Renesse.

We krijgen op deze manier als lezer een treffend inkijkje in het gezin van ds. Voorneveld op die dramatische morgen van 10 december 1944. Heel bijzonder!


DAGBOEK VAN EEN GEËVACUEERDE BRUËNAAR

in de Tweede Wereldoorlog van 4 september 1944 tot 18 juni 1945

door Samuël Muller, geboren op 13 februari 1895 en overleden op 7 maart 1976, in leven mosselschippersknecht.

Vrijdag 8 Dec. 44
Dezen voormiddag zagen wij van hier uit het voor ons niet vreemde, en nog niet vergeten dat Engelse Jagers een aanval deden op Burghsluis. Voorts dezen dag behulpzaam geweest op de Boerderij, maar de werkzaamheden vallen niet zwaar om dezen tijd van het jaar.

Zaterdag 9 Dec. 44
Mevr. Voorneveld bracht mij dezen dag enkele stukken ondergoed, waar ik het meest gebrek aan had. Voorts rustige dag, niets bijzonders.

Zondag 10 Dec. 44
Om negen uur, dezen morgen, van hier te voet naar Haamstede gegaan, om de Kerkdienst bij te wonen en volgens afspraak, na den dienst het middagmaal bij Ds. Voorneveld te gebruiken. Het gezin van Wiebrens, K. v.d. Berg en ik. De dienst begon zoals gewoonlijk, maar nauwelijks begonnen toen het anders verliep dan gewoonlijk. Wij zongen het eerste vers toen mevr. Voorneveld met haast naar den kansel liep, en een kort gesprek voerde met de Dominee. De Dominee verliet daarop den kansel, en begaf zich naar den Ouderlingenbank alwaar hij een kort gesprek had, en zich vervolgens naar de Consistoriekamer terugtrok in gezelschap van een Ouderling.

Wat moest dit zijn? Dat was de vraag die ieder zich stelde van de aanwezigen in het Kerkgebouw. Ook enkele mensen werden uit de kerk geroepen. Toen het Psalmvers ten einde was, beklom een van de Ouderlingen het spreekgestoelte en deed de mededeeling dat de Dominee geroepen was voor ernstige dingen en zetten de dienst voort. Er werd een preek gelezen door een Ouderling, maar de aandacht was niet in de Kerk, ieder zat met eigen gedachten, wat dit alles mocht beteekenen.

Het was een korte dienst maar scheen toch eindeloos, want een ieder was met zijn gedachten daarbuiten. Toen de Dienst eindelijk geëindigd was spoeden allen zich naar buiten. Noch maar nauwelijks buiten op straat gekomen of wij hoorden het ontzettende gebeuren, dat binnen enkele ogenblikken stond te gebeuren. Nu hoorden wij ook waar de Dominee voor was geroepen, namelijk voor geestelijke bijstand voor tien ter dood veroordeelde burgers.

De uitwerking op de bevolking is niet te beschrijven, het was verpletterend. Wij wilden het liefst naar Renesse terug, in plaats van de Pastoriebewoners nu lastig te vallen, maar wij zouden dit eerst zeggen in de Pastorie. Na aangebeld te hebben, en binnen gelaten te zijn in de vestibule, moesten wij even wachten. Maar wat we hier te zien en te hooren kregen was gewoon vreeselijk, namelijk twee vrouwen van de ter dood veroordeelde mannen waren in de Pastorie, maar dit ontzettende laat ik niet uit de pen vloeien, dit gaat alle beschrijving te boven.

Nadat deze mensen waren vertrokken uit de Pastorie, eigenlijk zou het een weenhuis moeten heeten, spraken wij tegen de Dominee van maar terug te gaan naar Renesse, omreden nu de toestand te droevig was. Maar daar wilden de Pastoriebewoners niet van hooren, wij moesten blijven. Onderwijl we koffie dronken vertelde de Dominee, van hetgeen hem te doen was geweest.

Hij had met deze ter dood veroordeelden samen uit den Bijbel gelezen en gebeden en gezongen "Een vaste Burg is onze God". Dit alles gebeurde in een Bunker met volle bewaking er voor.

Terwijl de Dominee dit vertelde kwamen de veroordeelden voorbij in een huifkar met ervoor en erachter een auto met zwaarbewapende moffen. De Pastoriebewoners waren ook sterk onder den indruk, temeer daar de Dominee telkens wat uit zijn zakken haalde, zoals ringen en portefeuilles enz van de ter dood veroordeelden, om aan hun vrouwen ter hand te stellen. Twee van hen behoorden tot zijn gemeenteleden. Deze mannen moesten in de laan van het Slot Moermond met de strop ter dood gebracht worden.

Wij nuttigden het middagmaal in een andere stemming, als wij het voorgesteld hadden. De Dominee vond het toch gezellig en wat afleidend dat wij in de Pastorie bleven, daar de gesprekken toch ook weer eens een andere richting gingen. Maar toch telkens kwam het gebeurde weer aan het oppervlak van het gesprek.

Voor ons als gasten in de Pastorie waren deze veroordeelden vreemden, maar dat was niet het geval voor de Pastoriebewoners. Die kenden tenminste toch enkelen zeer goed, dus was voor hen de indruk veel grooter. De gemoedstemming op Haamstede's bevolking was ook ontzettend, men kon het van de gezichten lezen.

In de namiddagdienst kon vanwege de reactie de Dominee niet voorgaan en derhalve leesdienst gehouden werd. Na den dienst nog even in de Pastorie de thee gedronken te hebben zijn wij naar Renesse teruggekeerd.

Ook hier was de verslagenheid groot onder de bevolking. Hier hoorden we hoe de mensen ter dood gebracht werden, negen van de tien veroordeelden waren gehangen, een was te zwaar gewond. Zoo hingen er negen mensen naast elkaar, in de laan van het Slot Moermond. O, gruwel van Mofrika wanneer komt de dag van vergelding. Hierbij moesten familieleden aanwezig zijn als getuigen.

Toen alles gebeurd was werd de laan vrij gegeven, en kon men als men wilde het lugubere werk van de Moffen gaan bekijken. Maar hiervan werd door niemand gebruik gemaakt. Het kwaad waarvoor deze mensen gehangen zijn bestond hierin, dat zij het eiland verlaten wilden en daarbij gesnapt zijn door de Moffen. Waar zij bij het ontdekken van de Duitsers nog in gevecht zijn geweest en gevangen zijn genomen. Zoo is deze gruwelijken dag voorbij, een nimmer te vergeten dag.

Maandag 11 Dec. 44
Dezen morgen werden plakkaten aangeplakt met de namen van de terechtgestelden. Na vierentwintig uuren gehangen te hebben, moesten de lijken ter aarde besteld worden, alwaar gewone burgers voor gevorderd werden. Dit werk geschiedde onder toezicht van de Moffen. In een gemeenschappelijk graf werden de negen lijken ter aarde besteld, zonder dat er bij gesproken mocht worden, als beesten werden deze mensen begraven met al hun klederen aan. Alleen een oude zak werd over hun gezichten gelegd. Een ontzettende en nooit te vergeten misdaad voor geheel Mofrika.

Dinsdag 12 Dec. 44
Deze morgen is de tiende persoon als ziellloos lichaam opgehangen. Vandaag zijn er plakkaten aangeplakt, waarop vermeld staat: "Indien degene die ontvlucht zijn van het Complot, dat zijn straf ondergaan is, zich binnen vierentwintig uur, niet vrijwillig meldt, opnieuw tien burgers opgepakt zullen worden en eveneens opgehangen zullen worden. Dit brengt veel consternatie teweeg onder de inwoners van Renesse. Dit worden toch inderdaad ook zwarte dagen voor het nog droog stukje Schouwen.

Woensdag 13 Dec 44
Deze dag gaat rustig voorbij. Ik houd mij veel bezig met eten te snijden voor het vee en van alles wat voor komt in het boerenbedrijf.


Tot zover een gedeelte van het Dagboek van Samuël Muller.


Uitleiding
In het verhaal van Samuël Muller lezen we hoe verpletterend de indruk is op de bevolking, vooral natuurlijk van de kerkmensen van Haamstede. Bovendien wordt bevestigd dat er negen mannen werden terechtgesteld. Die zijn na vierentwintig uur begraven te Renesse.

Op dinsdag 12 december werd het "ontzielde lichaam" van Cornelis Lazonder opgehangen aan de tiende strop. Hoe bizar! Maar zo werd het vonnis van het Standgericht volledig ten uitvoer gebracht. Ook Lazonder moest zijn straf ondergaan, levend of dood.

De informatie uit het dagboek van Samuël Muller komt overeen met wat in andere hoofdstukken wordt vermeld. Al met al is zijn Dagboek indrukwekkend in al zijn eenvoud.